De gemalen wortels werden, vooral in de negentiende eeuw en in de periode van de Tweede Wereldoorlog, als koffiesurrogaat gebruikt vanwege het hoge gehalte aan inuline. Nu wordt cichorei weer op vrij grote schaal verbouwd voor de productie van inuline.
De jonge cichoreibladeren hebben een licht bittere smaak en kunnen in het voorjaar worden gebruikt in salades. Ook kunnen ze gekookt worden gebruikt. Tijdens het Paasfeest worden de bladeren gegeten bij gebraden lam. Ook de bloeistengels kunnen gekookt gebruikt worden.
Wilde cichorei is een overblijvende plant met blauwpaarse bloemen. Hoewel wordt aangenomen dat Wilde cichorei in België geen oorspronkelijk inheemse soort is, komt de plant hier al eeuwenlang voor. Mogelijk is ze hier door de Romeinen heengebracht.
Ze is het meest te vinden op vrij droge tot meer vochtige bodems die kalk bevatten en niet te voedselarm zijn.
Het blad van Wilde cichorei is gekarteld, langwerpig en aan de onderkant behaard. Dit rozetblad lijkt op het blad van Paardenbloem. De dofgroene taaie en wat stakerige stengels staan rechtop. Ze zijn gegroefd, meestal ook ruw behaard en (sterk) vertakt. Verder heeft de plant een lange penwortel.
Ze kan 30-120 cm hoog worden en ze bloeit rijk van juni tot en met september, uitlopend tot in oktober, met mooie hemelsblauwe bloemen. Wilde cichorei past goed achter in een perk/border of tegen een hek of een muur, waar de bloemen op zijn minst door de ochtendzon worden beschenen. Tijdens de bloei openen zich bij zonneschijn elke morgen nieuwe bloemen, die vaak in de loop van de middag alweer verwelken. Na een regenbui zijn de bloemen fletser omdat de aanwezige blauwe kleurstof gemakkelijk oplost in water.
Chicorei 'gewone' - Cichorium intybus
Cichorium intybus